Defensie opereert wereldwijd en sinds het conflict in Oekraïne zijn onze eenheden meer dan ooit waakzaam. Ze nemen, onder andere, deel aan de NAVO-vloot en bewaken het Baltische luchtruim in samenwerking met onze bondgenoten om verdere escalatie te voorkomen.
Sinds het conflict in Oekraïne en om haar vastberadenheid te tonen, versterkt de NAVO haar aanwezigheid in Oost-Europa, zowel te land (Enhanced Forward Presence) als in de lucht (Baltic Air Policing) en op zee (Standing NATO Mine Countermeasures Group).
De NAVO is permanent aanwezig in de Baltische staten en in Polen met vier internationale tactische groepen. Daarnaast zijn er militairen ingezet in Roemenië in het kader van het Russisch-Oekraïens conflict. Ontdek hieronder wat de rol van België is.
De NAVO beschikt over vier permanente maritieme Task Groups (geallieerde vloten) die steeds inzetbaar zijn en een brede waaier aan opdrachten kunnen uitvoeren. Op quasi permanente basis zet de Belgische Marine eenheden in binnen deze geallieerde vloten. Zo neemt er regelmatig een Belgische mijnenjager deel aan de operaties van de Standing NATO Mine Counter Measures Group (SNMCMG1) en op sporadische basis een fregat aan de Standing NATO Maritime Group 1 of 2 (SNMG1 of SNMG2).
De SNMCMG1 of SNMCMG2 is een internationale permanente geallieerde vloot van mijnenjagers en -vegers en heeft als belangrijkste opdracht om zeemijnen op te sporen en onschadelijk te maken. Daarnaast kan deze vloot ook helpen om piraterij te bestrijden, reddingsopdrachten uit te voeren of bemanningen van schepen in nood te evacueren. Deze vloot voert voornamelijk haar opdrachten uit in de Baltische Zee.
De bescherming van het NAVO-luchtruim is een collectieve verantwoordelijkheid van haar lidstaten. Deze vereist luchtverdedigingsmiddelen die binnen een zeer korte tijd beschikbaar zijn. Daarom is de Belgische Defensie ook in het luchtruim reeds actief betrokken bij de verschillende NAVO-operaties aan de oostflank van Europa. De NAVO beschermt het Baltische luchtruim sinds 2004, toen Estland, Letland en Litouwen tot de Alliantie toetraden. De drie Baltische staten beschikken immers niet over eigen gevechtsvliegtuigen om de luchtpolitie boven hun grondgebied te verzekeren. NAVO-lidstaten die wel over een Air Policing capaciteit beschikken, dragen dan ook vrijwillig bij aan de NAVO Baltic Air Policing missies (BAP).
Deze verantwoordelijkheid wordt om de vier maanden overgedragen tussen de bondgenoten. De capaciteit voor de missie in de Baltische staten werd tot stand gebracht door de inzet van NAVO-gevechtsvliegtuigen op de luchtmachtbasis Šiauliai in Litouwen. Sinds 2014 gebruikt de NAVO ook de luchtmachtbasis Ämari in Estland en Malbork in Polen voor de inzet van extra Air Policing middelen in het kader van de Enhanced Air Policing Mission (EAPM). Deze missie is ontstaan na de Russische annexatie van de Krim in 2014.
Vóór de illegale annexatie van de Krim door Rusland in 2014 had de NAVO geen plannen om gevechtstroepen in het oostelijke deel van haar grondgebied in te zetten. Op de NAVO-top van 2016 in Warschau kwamen de regeringsleiders van alle lidstaten overeen om de aanwezigheid in het oosten en zuidoosten van het NAVO-grondgebied te versterken als reactie op de toegenomen instabiliteit en onveiligheid langs de buitengrenzen. Het betreft de grootste versterking van de collectieve verdediging van de Alliantie sinds de Koude Oorlog.
De afgelopen jaren hebben de bondgenoten de aanwezigheid op de oostflank van het NAVO-grondgebied versterkt door middel van de “enhanced Forward Presence” (eFP) in Estland, Letland, Litouwen en Polen en de “Tailored Forward Presence” (tFP) in het Zwarte Zeegebied.
De NATO Response Force (NRF) is de snelle-interventiemacht van de NAVO en bestaat uit een goed getrainde, multidisciplinaire, multinationale troepenmacht. Deze staat 24/7 en 365 dagen per jaar paraat om in zeer korte tijd te reageren op het volledige scala van veiligheidsuitdagingen, van crisisbeheersing tot collectieve verdediging. De NRF is gebaseerd op een rotatiesysteem waarbij geallieerde landen eenheden voor land-, lucht-, zee- of speciale operaties (SOF) klaar houden voor een periode van 12 maanden.
De NAVO-bondgenoten besloten in 2014 om de NRF te versterken door een zeer snelle-interventiemacht (flitsmacht) te creëren, bekend als de Very High Readiness Joint Task Force (VJTF). Deze interventiemacht van de NAVO is het snelst inzetbare deel van de NRF en kan indien nodig reeds binnen enkele dagen ingezet worden.
Als reactie op de onrechtmatige invasie van Rusland in Oekraïne, activeerde de NAVO op 25 februari 2022 voor het eerst elementen van de NRF in een afschrikkings- en defensieve rol. In dat kader hebben de bondgenoten duizenden extra troepen – samen met gepantserde voertuigen, artillerie-eenheden, schepen en vliegtuigen – in hoge paraatheid gesteld om het NAVO-grondgebied en haar bevolking te verdedigen.
Wij helpen je graag verder. Wil je deelnemen aan een van onze activiteiten? Bekijk dan zeker eens onze agenda.